Jij en ik, jij bent jij, ik ben ik. Zij aan zij, ik naast jou, jij naast mij. Elkaar in de ogen gekeken. Zonder ook één woord te spreken. Elkaar begrepen
Zonder enige uitleg. Gaan wij de zelfde weg. Al die tijd bij elkaar gebleven. Onze geesten met elkaar verweven. Aan elkaar gewent. Zo op elkaar af gestemd. Maar ondanks onze verbondenheid. Leven wij toch in alle vrijheid
Want ik ben ik en jij bent jij. Ik naast jou en jij naast mij